, [], Whether the foreknowledge of merits is the cause of predestination?
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Doch [67]in een groot huis zijn niet alleen gouden en zilveren vaten, maar ook houten en aarden [vaten]; en sommige [68]ter ere, maar sommige [69]ter onere. 67. Dat is, gelijk in een groot huis of paleis, dat door een rijk of machtig man bewoond wordt, allerlei vaten zijn van verscheidene stof, waardij en gebruik, zo worden ook in de uiterlijke en zichtbare gemeente, welke het huis Gods is, 1 Tim.3:15, gevonden, niet alleen oprechte gelovigen, van God uitverkoren tot Zijn eer, maar ook huichelaars, die nimmer van God voor de Zijnen gekend zijn, en te Zijner tijd ontdekt worden. Zie Matth.3:12, en Matth.13:26,47, en Matth.22:11,14, en Matth.25:1. 68. Dat is, die gebruikt worden tot eerlijke, of treffelijke diensten. Daarbij worden de uitverkorenen vergeleken. 69. Dat is, die gebruikt worden tot slechte en vuile diensten. Bij deze worden vergeleken de huichelaars en verworpenen. Zie dergelijke Rom.9:21.